Tenniselleboog

Een tenniselleboog veroorzaakt pijn aan de buitenzijde van de elleboog, meestal door ontsteking en overbelastingletsels. Bij de meeste patiënten verbeteren de klachten met rust en  het vermijden van activiteiten die de oorzaak waren van het probleem. Pijnstillers, ijs of ontstekingsremmende middelen kunnen zeker helpen, eveneens Cortisone injecties om op korte termijn een verbetering van de klachten te krijgen. De pijnklachten komen echter regelmatig terug en deze aandoening heeft de neiging om chronisch te worden. Kinesitherapie of een andere behandelingsmethode zijn dan soms noodzakelijk.

WAT IS EEN TENNISELLEBOOG EN WAT ZIJN DE SYMPTOMEN?

Tenniselleboog veroorzaakt pijnklachten aan de buitenzijde van de elleboog. Medische term voor tenniselleboog is ‘laterale epicondylitis’. Deze benaming refereert naar de plaats waar de pijn voelbaar is, nl. de laterale epicondylus. Dit is het beelderige uitsteeksel dat men voelt aan de buitenzijde van de elleboog. Dit maakt deel uit van de humerus. Bij de meeste mensen met een tenniselleboog ontstaat de pijn  vnl. tijdens fysieke activiteiten, waarbij pols- en onderarm belast worden, vnl. draaibewegingen, zoals het opendoen van een deur, het opheffen van een zwaar gewicht, slaan met een hamer, met de haagschaar werken. Op een bepaald ogenblik kan de pijn echter constant worden en zelfs de nachtrust verstoren. De pijn kan ook uitstralen tot in de hand of tot in de schouder.

Een golferselleboog is een gelijkaardige aandoening, maar die zich bevindt aan de binnenzijde van de elleboog.

WAT VEROORZAAKT EEN TENNISELLEBOOG?

De pijnklachten bevinden zich op de plaats waar de strekpezen van pols en hand vasthechten op het bot. Door overbelasting of door microtrauma van één of meerdere van deze pezen, kan er een lokale ontsteking en littekenvorming in de pees ontstaan. De letsels worden meestal veroorzaakt door een overbelasting en door herhaalde activiteiten, zoals het uitwringen van een doek of het uitvoeren van manueel werk, vnl. draaibewegingen van pols en hand, zoals het gebruiken van een schroevendraaien. Ondanks de naam ‘tenniselleboog’ doet vermoeden, is tennis zelden een oorzaak van deze klacht. (stamt uit de tijd van de houten tennisrackets met slechte schokdemping)

WIE KRIJGT EEN TENNISELLEBOOG?

Ongeveer 5 op 1000 volwassen mensen kunnen een tenniselleboog ontwikkelen elk jaar, hoofdzakelijk de leeftijdsgroep tussen de 35 en de 55 jaar. Mannen en vrouwen zijn evenredig betrokken. Een tenniselleboog zal zich al eerder ontwikkelen wanneer de onderarmmusculatuur overbelast geraakt en plots een ongewone activiteit moet uitvoeren, bv. iemand die niet gewoon is van manueel werk uit te voeren en die plots een ganse dag met een haagschaar in de weer gaat. Mensen die een repetitief werk hebben en zeer dikwijls iets moeten vastgrijpen en losdraaien, zullen ook gevoeliger zijn dan deze aandoening.

DIAGNOSE

De diagnose is meestal vrij gemakkelijk te stellen aan de hand van het verhaal van de patiënt en de plaats waar de pijn zich bevindt. Een bijkomende echografie of MRI-scan kan soms nodig zijn, maar meestal is de diagnose zuiver klinisch en anamnestisch.

BEHANDELING

  1. Het aanpassen van de activiteit die de klacht heeft veroorzaakt,  vermijden van overbelasting en de beweging die de klachten veroorzaakt proberen te vermijden gedurende enkele weken. Dit is soms niet mogelijk indien de oorzaak zich in de beroepsactiviteit bevindt.
  2. Pijnbestrijding: applicatie, pijnstilling en ontstekingsremmers kunnen zeker de klachten verminderen, evenals lokale Cortisone-infiltratie indien de pijnklachten hevig zijn om een snelle verbetering te kunnen bekomen.
  3. Fysiotherapie kan zeker helpen in de behandeling van een tenniselleboog. Het zal vnl. bestaan uit massage, stretching oefeningen en soms therapeutische straling zoals lasertherapie of ultrasound. Het effect hiervan zal echter trager voelbaar zijn dan een medicamenteuze behandeling, maar kan efficiënter zijn op langere termijn.
  4. Rust en immobilisatie. In sommige gevallen kan een gipsimmobilisatie of het aanleggen van een brace helpen om de elleboog verplicht op rust te zetten en om de uitlokkende activiteit te vermijden.
  5. Cortisone injecties in de pijnlijke plek thv. de elleboog kunnen zeer efficiënt zijn om de pijnklachten snel te verminderen. Op langere termijn echter is het niet efficiënter dan de voorgenoemde behandelingsmethodes. Het is belangrijk dat, indien een infiltratie gegeven wordt, en de pijnklacht na enkele dagen weg is, dat het toch nog steeds nodig blijft om de arm te laten rusten gedurende enkele weken, anders zal het sowieso niet efficiënt zijn. Cortisone injecties hebben uiteraard bijwerkingen, zoals bv. atrofie van het vetweefsel onderhuids, verkleuring van de huid die permanent bleker wordt thv. de injectieplaats, beschadiging of verzwakking van de kwaliteit van de pees (zeldzaam)
  6. Shockwavetherapie: shockwavetherapie gebruikt hoog energetische geluidsgolven om onder lokale anesthesie een tenniselleboog te behandelen. Het betreft hier een veilige methode, waarvan echter het resultaat niet steeds kan gegarandeerd worden.
  7. Autologe bloedinjectie: bij deze behandelingsmethode wordt een bloedafname gedaan bij de patiënt. Dit bloed wordt gecentrifugeerd en de plasma componente wordt ingespoten thv. de elleboog. Daarna is nog steeds de periode van rust aangewezen. Het resultaat is voelbaar na een zestal weken, maar kan ook niet gegarandeerd worden.

HEELKUNDIGE INGREEP

In het geval van een therapieresistente elleboog, die aanhoudend klachten kan blijven geven, kan een heelkundige behandeling de laatste en enige optie zijn. Dit is echter bij de minderheid van de patiënten noodzakelijk, maar heeft wel een goed resultaat op lange termijn. De heelkunde gebeurt in het dagziekenhuis. Na de ingreep is een gipsimmobilisatie van twee weken noodzakelijk. De dag na de ingreep wordt de wonde verzorgd op de consultatie en wordt een gips aangelegd voor de duur van 2 weken. Na deze 2 weken wordt de gips verwijderd evenals de hechtingen. Vanaf dat ogenblik is mobilisatie van de elleboog toegestaan, maar nog wel zonder zware krachtsinspanning. Krachtsopbouw kan aangevat worden vanaf zes weken na de ingreep en het duurt gemiddeld drie maanden vooraleer een normalisatie van de kracht in de arm aanwezig is.

Specialisme

Elleboog

De elleboog of het ellebooggewricht vormt de verbinding tussen de onderarm en de bovenarm en bestaat uit drie botten: het bovenarmbot, de ellepijp en…

Volledige info